Sociologie, Socialisme

(1) Div., “Zur Kritik der bürgerlichen Ideologie” 16 – Günter Wettstädt, “Industriegesellschaft – Ostpädagogik – Antikommunismus”; “Slechts in het socialisme is het mogelijk, de objectief gestelde taken op te lossen, die de wetenschappelijk-technische vooruitgang aan de ontwikkeling van de mensen, aan hun hogere vorming, aan de kwalificatie stelt; want slechts in de socialistische maatschappij bestaan objectieve vooruitzettingen daarvoor, arbeid en cultuur, mens en maatschappij tot een eenheid te laten worden en ‘het deel-individu, de alleen-maar drager van een maatschappelijke deel-functie, door het totaal ontwikkelde individu voor wie in elkaar aflossende manieren van deelname zijn’, te vervangen. / In de socialistische maatschappij is iedere techniekvijandige houdig objectief de voedingsbodem onttrokken. Techniek word hier in de voor-Marxsche zin tot middel der benutting, ter toeëigening der natuur door de mensen en voor de mensen. De socialistische mens word tot beheerser en gebruiker der techniek, waarvan de wetenschappelijk-technische vooruitgang zich meester maakt voor zijn humanistische doelen en doeleinden. / In de thesen van het filosofie-congres van de DDR in het jaar 1965 werd reeds vastgestelt, dat het centrale wereldbeschouwelijke-sociale probleem van de wetenschappelijk-technische revolutie in de ontwikkeling van de scheppende, socialistische mens bestaat, zijn maatschappelijke stelling, zijn individuele en collectieve levensfuncties en vaardigheden. De wetenschappelijk technische vooruitgang word op de basis van de socialistische productieverhoudingentot beslissend deel van de bewuste prektische levenspraktijk van de werkende mensen. De benodigdheden van de wetenschappelijk-technische ontwikkeling van de socialistische persoonlijkhied mogelijk en noodzakelijk.”

(2) Div., “Wörterbuch der “Ökononomie – socialismus”, Dietz 1973; “De arbeid word in het socialisme tot bezigheid en zelfbevestiging van de mens. De nieuwe instelling van de arbeid uit zich in de vrije, bewuste werk-discipline en een hoge arbeidsmoraal. In het socialisme word de tegenstelling tussen lichamelijke en gestelijke arbeid opgeheven. Er bestaan nog geruime tijd verschillen tussen lichamelijke en geestelijk gekwalificeerde en eenvoudige arbeid. De ontwikkeling van de productieve krachten staat het in het socialisme nog niet toe, ver verdeling vaar de bhoeften over te gaan. Er bestaan reeds elementen van dit verdelingsprincipe, en die worden planmatig verder ontwikkelt. Het principe van prestatie echter blijft voor lange tijd het hoofdprincipe bij de verdeling van het consumptiefonds. Iedere arbeider krijgt zijn aandeel  aan het nationale inkomen naargelang de kwantiteit en kwaliteit van de volbrachte arbeid Daaruit volgt de persoonlijke materiële geïnteresseerdheid van de arbeider aan de verhoging en vervolkoming van de productiviteit. / De overeenstemming tussen de maatschappelijke benodigdheden en de belangen van de individuele arbeiders en collectieven is een belangrijke drijfkracht van de economische en maatschappelijke ontwikkeling. Doordat de arbeiders voor het maatschappelijk nut werken, dienen zij tegelijkertijd hun eigen persoonlijke belangen. Het recht op arbeid word in de socialistische plan-economie door de bewuste leiding en planning van de maatschappelijke productie verwerkelijkt. Het socialistische economische systeem verzekert het altijd volkomener gebruik van de voordelen van het socialisme. Het stimuleert vooral de initiatieven van de arbeiders, verhoogt het nut van hun scheppende werk en oriënteert ze op de oplossing van de objectieve non-antagonistische tegenstellingen van de materialistische economie.”

(3) Div., “Wörterbuch der “Ökononomie – socialismus”, Dietz 1973; “In het socialisme is aan de uitbuiting een einde gemaakt. De arbeiders zijn eigenaars van de productiemiddelen. De productie gaat door in hun belang en dient het welzijn van allen. / Criteria van het karakter van de arbeid: / 1. Deze arbeid voltrekt zich op de basis van de socialistische eigendom aan de productiemiddelen, vrij van uitbuiting. 2. De arbeid dient de steeds betere bevrediging van materiële en culturele behoeften van alle leden der maatschappij. 3. 3. De arbeid in het kader van de hele maatschappij planmatig georganiseerd en krijgt direct maatschappelijk karakter.  4. De drijfkrachten voor de arbeid berustten op de socialistische eigendom aan de productiemiddelen en de principiële overeenstemming tussen de maatschappelijke benodigdheden en het materiële belangen van de individuen en collectieven. 5. De antagonistische tegenstellingen tussen lichamelijke en geestelijke arbeid, industriële  en landbouw-arbeid alsmede de arbeid tussen socialistische naties, zijn verdwenen.

————————-

(4) Div., “Prxis – A philosophical journal / Marx and revolution”, 1-1969 – Herbert Marcuse, “the realm of freedom and the realm of necessity – A reconsideration”; “The Subject of a socialist society must be the Subject of a new sensibility. There is such a thing an instinctual root of freedom in the individual itself, and if this instiunctual root cannot grow, the new society will not be free, no matter what institutions it will provide. This instinctual root of freedom in the individual, for exampl, would generate a biological need for silence, solitude, peace: a need for the beautiful and the pleasant – not as passing moments of relaxation, but as qualities of life, to be incorporated into the mental and physical space of the society. This, and only this would be the ‘definite negation’, the rupture with the entire universe of domination and exploitation and with the repressive development of the productive forces. The socialist society as a qualitatively different society would be the achievement of men and women who have liberated themselves form the material and intellectual culture of class society, and who are free to develop a language, art, an science responding to and projecting a free society. / Let us not forget that domination and exploitation perpetuate themselves not only in the institutions of class society, but also in the instincts and drives and aspirations shaped by class society, also in that which the people, that is to say the managed and adminstered people, love, hate, strive for, find beautiful, pleasurably and so on. Class society is not only in the material production, it is not only in the cultural production and reproduction, it is also in the mind and body of the subjects and objects of the system. …

(5) Passim: I have spoken of self-determination as hte qualitative difference of a socialist society; I would like to emphasize: self-determination is not adequantly described as ‘Selbstverwaltung’, ‘autogestion’. these terms designate a different form of administration: they do not articulate the entire form of adminstration: change in the form of adminstration is not yet the qualitative difference. Even if the change in administration replaces one class by another, or rather by certain groups of another class, it is not yet a qualitative change, as long as the new class perpetuates the aspirations, and values of the established society, as long as capitalist progress remains the more or less hidden model of progress. Decisive, at the first statege, is not so much the form of administration as waht is going to be produced, for what kind of life it is going to be produced, and what priorities are set and translated into reality. Only if production itself is guided by men and women with new goals and new values, only then can we speak of the emergence of a qualitatively different society. / Secondly, the question must be asked whether the destructive conpetive co-existence besteen socialism as a qualitatively different society. Does not this competitive co-existence impose upon the socialist  societies ways and modes of production, ways and modes of administration which militate against the transition to a free society, moved by new goals and new aspirations?”

————————–

(6) Anoniem, “Persoonlijke notities”, 1987; Naarmate we de grens met de DDR naderen wordt de omgeving steeds onwezenlijker en smeriger. Om kort te gaan; een mislukte combinatie van platteland en woonwijk. Met elke stap die we doen wordt de armoede om ons heen duidelijker. Het is als een wandeling door en plattelands-getto’. – Het contrast – ‘De planologische verhoudingen te Eisenach lijken mij van een kwalitatief geheel andere waarde te zijn dan tot ik op heden heb ervaren. Hoewel de architectonische hoedanigheden van de afzonderlijke gebouwen geen bijzondere eigenschappen schijnen te bezitten, geeft het totaalbeeld een geheel andere indruk. Hoewel de bouwwerken alhier in verschillende tijdperken en beslist door verschillende individuenge bouwd zijn is er spraken van een schitterende improvisatie die als het ware achteraf en collegiaal-instinctief te zijn aangebracht. Hierdoor wordt er een schitterend resultaat bereikt waardoor sommige straten Amsterdams schijnen en men zich ergens anders weer in een roman van Eugene Sué waant. Aan dit alles is niets geheimzinnigs, gewoon een kwestie van de juiste combinatie van oud en modern. …

(7) Passim: Ik sta hier voor een plattelandstuin die ogenschijnlijk grof en boertig is aangelegd. Dat is gewoon nonchalance van de meester. het is gewoon ongelooflijk wat men kan bereiken met een simpele combinatie van gras, kamerplanten en bakstenen. Japanse, Franse en algemene stijlen hem door elkaar. Zelfs plastic afval [boterhamzakjes] kan de eerste indruk niet bederven.”

—————————

(8) Anoniem, “Persoonlijke notities”, 1987; “Ook de planologische verhoudingen (DDR) tussen werk- en woonruimte lijken me aanbevelenswaardig. Tussen de woonhuizen ziet men eensklaps een fabriekshal of een ambt voor ‘Güterprufüng’ opdoemen. … Men schijnt hier ook meer vertrouwen in de toekomst te koesteren. In de volkstuintjes ziet men vaak houten bouwsels verrijzen.”

——————–

(9) Gottfried Stiehler, “Über den Wert der Individualitat im Sozialismus”, Dietz 1978; “De belangen van de arbeidersklasse in het socialisme kwment voort uit de socialistische eigendoms- en machtverhoudingen; zij zijn eropgericht de wereldhistorische missie van de arbeidersklasse te verwerkelijken., De historisch taak van de arbeidersklasse bestaat in de onderwerping van ieder klassenverschil, in de afschaffing van de klassen uberhaupt en in de daarmee overeenkomende verwekking van de voorwaarden voor een steeds betere bevrediging van de materiele en culturele behoeften van de werkenden, voor de alzijdige ontwikkeling van de individuuen. De arbeidersklasse is – naast de klasse van de cooperatieve beren – de belangrijkste producent van de materiele rijkdom van de maatschappij, producent van de bestaansmiddelen van de burgers van de socialitische staat. Gelijktijdig oefent zij nu zelf de macht in de staat uit en leid de aan het volk toebehorende bedrijven. / Hier laat zich een verder zijde van de werkelijke dialectiek van arbeidersklasse en individu zien. De afzonderlijke arbeider presteert in het productieproces overwegend uitvoerende, reproducerende arbeid. Hij saat onder het toezicht en de aanwijzingen van het leidende personeel. De arbeidersklasse als geheel echter is niet op zuiver uitvoerende bezigheid beperkt en is niet ondergeschikt aan vreemde aanwijzingen, doch is zelf leider in de staat en de economie,

(10) Passim: en wel ook daardoor, dat de arbeidersklasse leidende kaders voor de taken in economie en beheer vormt, die – voor een groot deel uit de arbeidersklasse zelf voortkomen – in hun klassentaak en onder leiding van de marxistisch-leninistische partij de leding van het staatskundige-maarschappelijke leven waarnemen. De arbeiders – als indiviuden – worden bij de praktische waarneming van de staatkundig-maatschappelijke leiding door vertegenwoordigers van de klasse vertegenwoordigd, anders zijn de gelijktijdige voorvoering van het productieproces en het functioneren van de staat niet mogelijk. Maar in de delegering van functies en verantwoording put zich de machtsuitoefening van de arbeider niet uit. De arbeiders nemen door verschillende organen van de socialistische democratie ook onmiddellijk aan de leiding van het productieproces deel en de leiding van de hele maatschapppelijke ontwikkeling invloed – zij controleren de leidende kaders, geven hun taken, kortdurende en voortdurende, in het belang van van de verzekering van de planmatige ontwikkeling op alle gebieden en oefenen ook daardoor hun macht uit als klasse in de staat en maaatschappij. Nieuwere analsyen hebben getoond dat de arbeiders in het productieproces in toenemende mate taken vervullen, die ‘zij vooral in de waarneming van hun verantwoording als beheerser van het productieproces realiseren’. / Op deze manier is de positie van de afzonderlijke arbeider in de socialistische maatschapij, zijn verhouding tot de klasse door een productieve tegenstelling gekenmerkt. Aan de ene kant is hij werkende in een bedrijf, waar hij overwegend uitvoerende taken presteert, aan de aanwijzingen van het bedrijf ondergeschikt is. Aan de andere kant is hij als toebehorende tot de heersende arbeidersklasse mede-eigenaar van de volkseigen bedrijven, heeft zij zelf aan de politieke, economische en ideologische macht van de arbeidersklasse deel. In zoverre is zijn bezigheid niet slechts uitvoerend, reproductief, doch een uitputtende, leidende bezigheid, welke tot de verdere ontwikkeling van zijn persoonlijkheid bijdraagt. /

(11) Passim: Deze dialectische verhouding is een voorwaartsdrijvende tegenstelling, zonder wiens bestaan en beweging de machtuitoefening door een klasse, die gelijktijdig materieel produceert, niet mogelijk zou zijn. / De beide zijden van de tegenstelling benaderen elkaar weliswaar in een bepaalde zin; de materieel-productieve bezigheid met geestelijk-artistieke momenten verrijkt, sluit persoonlijke verantwoording met zich in, terwijl tegelijkertijd met verdere vervolkoming van de socialistische democratie de onmiddellijke deelname van de individuele arbeider aan de machtsuitoefening van de klasse versterkt word. Maar van een totale opheffing van de tegenstelling kan geen sprake zijn; het is met de dialectiek van klasse en individu in het socialisme onafscheidelijk verbonden. Zoals de individuele arbeiders niet als privaat persoon, doch als individu van zijn klasse mede-eigenaar van het socialistische bedrijf is, zo kan hij de heerschappij in de staat slechts in de bemiddling door de hele klasse en haar leidende orgaan, de marxistisch-leninistische partij, waarnemen. Dit komt daardoor, dat de arbeidersklasse zowel producerende als ook bezittende en machtsuitoefenende klasse is. Juist daardoor kan de arbeidersklasse niet zonder een bepaald systeem van belangenvertegenwoordiging, de functionele delegatie in staat en maatschappij, haar heerschappij uitoefenen.”

———————-

(12) Gottfried Stiehler, “Über den Wert der Individualitat im Sozialismus”, Dietz 1978; “In de socialistische maatschappij worden niet algemene rechten en vrijheden gegarandeerd, doch rechten en vrijheden van het individu, die zich uit de fundamentele doelen en belangen van de arbeidersklasse met betrekking tot de ontwikkeling en vestiging voordoen – recht op werk, op maatschappelijke medeverantwoording, op beroepsqualificatie enz., rechten, die tegelijkertijd plichten voor de enkeling zijn en in het middelpunt van de opmerkzaamheid van de partij staan. De sociale behoeften van de enkeling, die op dergelijke rechten en vrijheden doelen, werden volledig verzekerd en het het proces van de vorming van de ontwikkelde socialistische maatschapij met steeds rijkere inhoud gevuld. De socialistische maatschappij neemt ook deel aan de uitwerking van deze behoeften, ook door politiek-ideologische opvoding van de mensen. In dit proces worden behoeften naar deelname aan het politieke leven van de maatschappij, naar de overname van medeverantwoording door het collectief en in de maatschappij gewekt en gevestigd. /

(13) Passim: De sociale behoeften van het individu stellen zich daar voor als specifieke verschijningvorm van fundamentele behoeften en belangen van de arbeidersklasse. Dat geld ook voor de cultuureel-geestelijke behoeften van het individu, hoewel hier de bijzonderheden de specifieke individuealiteit – vorming, beroepspositie, levensweg – een grote rol spelen. Toch laten zich ook in de ontwikkeling van de cultureel-geestelijke behoeften de algemene wezenlijke kentekens van de socialistische maatschappij zien, en de leidenden rol van de arbeidersklasse werkt zich op deze ontwikkeling uit. Het streven naar toe-eigening van de schatten van de geestelijke cultuur, naar verhoging van de beroepsmatige qualificatie naar cultuurmatige vorming van de arbeids- en levensvoorwaarden, naar artistieke bezigheid enz. refelcteert de algemene behoefte van de arbeidersklasse, haar leidende positie in de maatschappij in alle sectoren van het maatschappelijke leven uit te breiden, de gevolgen van de rechteloze toestand in het kapitalisme ook op cultureel-geestelijk gebied te overwinnen en het proces van toenadering van de klasse en haar individuele leden te verrijken. Zoals zich dit streven in het individue voorstelt, dord door veelvoudige bijzondere voorwaarden – daaronder ook natuurlijk vaardigheden van het individu – beinvloed, en er kan zeker geen sprak van zijn, dat alle individuen in hun ontwikkelingsbehoefte reeds de algemene behoeften van de kalsse c.q. de maatschappij hebben bereikt. Ook werken de bijzondere bestaansvoorwaarden van de klassen en lagen van de socialistische maatschappij op de vorming van de culturele behofeten van de culturele behoften van de individuen in. Het is niet te ontkennen, dat in overeenstemming met de omvattende vorming van de wezenlijke kentekens en voordelen van de socialistische maatschappij ook de geestelijk-culturele behoeften van de individuen duidelijk de kentekens van het ontwikkelde socialisme aannemen, deels als onmiddellijke reflex van de materiele en ideologische vestiging en ontwikkeling van de socialistische maatschappij, deels in samenhang daarmee als resultaaqt van de op de vorming en ontwikkeling van de cultuureel-geestelijke behoeften van de individuen gerichtte ideologisch-opvoedende werkzaamheid van de socialistische maatschappij en de individuele collectieven. /

(14) Passim: Op de basis van de veelvoudige behoeften van het individu – van de materiele tot aan de cultureel-geestelijke – komt het tot het ontstaan van spcifiek-individuele belangen. Deze zijn zoals de belangen van hun basis en hun algemene inhoud nog sociaal gebonden en bestemd, wat echter niet betekent dat zij met de klassenbelangen, de maatschappelijke belangen, absoluut identiek zijn. / Drukt de behoeften het streven van het individu uit, om zich met zijn milieu te bemiddelen, dat een bestaande specifiek verschil, een tegenstelling tussen binnen en buiten en in de mensen, opgelost word, zo is het belang van dit streven reeds concreet door bestemming van dit doel gearticuleerd. De behoefte is dee een bepaalde graad van de algemeenheid en relatieve onbestemdheid gekenmerkt, het belang daarentegen door de eenduidige gerichtheid, door het hogere aandeel van wil- en bewustzijnmatig bepaalde doelgerichtheid gekarakteriseerd. De behoeften van het individu gaan daarom in belangen over, en dit zijn concrete orientaties van het handelen, die op een bepaald object c.q. op een te bereiken resultaat gericht zijn. Op grond van de overgang van de behoeften in belangen bestaat een gedeeltelijke doordringing van beide, die tot gevolg heeft dat een scherpe afgrenzing van de begripppen ‘behoefte’ en ‘belang’ niet megelijk is.”

———————-

(15) Gottfried Stiehler, “Der Dialektische Widerspruch – Formen und Functionen”, Akademie Verlag 1967; “In de literatuur vindt men een buitengewoon groot aantal van verschijningen, die telkens als drijvende krachten van het socialisme benoemt worden. In deze omstandigheid spiegelt zich het feit weer, dat de drijvende krachten van de maatschappij i grote veelvoud optreden, dat zij een heel systeem voorstellen. De voordien voorgestelde algemene typen van drijvende krachten werken natuurlijk ook in het socialisme. Hier werd al bij de analyse van de diverse drijfkrachten ingegaan. /

(16) Passim: De superioriteit van het socialisme over het kapitalisme ligt gefundeerd in de socialistische eigendomsverhoudingen; zij vormen de beslissende bron van de – bij een juiste politiek van de partei- en staatsleiding – stormachtige ontplooiing van de productiekrachten Met volledig recht kan men daarom de socialistische productieverhoudingen als een beslissende drijvende krachten van het socialisme benoemen. Deze drijvende kracht werkt als causale determinant, maar zij is tegelijkertijd element van een dialectische tegenstrijdige verhouding, daar de productieverhoudingen met de pet de productiekrachten een polariteitverhouding voorstellen en beiden zij, volgens de telkens voorliggende voorvoorwaarden, wederzijds stimuleren. De aan de kapitalistische economische verhoudingen superieure nieuwe relatie van productiekrachten en productieverhoudingen kan als de fundamentele drijvende kracht van het socialisme aangezien worden. Alle overige drijfkrachten van het socialisme leiden zich uit haar af, staan tot haar in meer of min of meer enge relatie. Doordat de socialistische productieverhoudingen de beslissende bron voor de verdere ontwikkeling van de productie voorstellen, zijn zij tegelijkertijd een belangrijke drijfveer voor de ontwikkeling van de hele socialistische maatschappij. /

(17) Passim: Op de basis van het werken van de socialistische productieverhoudingen komen verder drijfkrachten van het socialisme voort, die oorzaak-werking-verhoudingen realiseren en gelijktijdig elementen van dialectisch tegenstrijdige verhoudingen belichamen. Hier is op de eerste plaats het socialistisch bewustzijn te noemen; zij is de ideologisch belangrijkste drijvende kracht van het socialisme. Het socialistische bewustzijn treedt namelijk ten tonele als de overtuiging van de eenheid van de persoonlijke en maatschappelijke belangen in het socialisme, als bewustzijn, dat de arbeid voor de maatschappij tegelijkertijd de enkeling ten goed komt en omgekeerd. Lenin zag in de arbeid van de mens voor zich, in het bewustzijn, van uitbuiting bevrijd te zijn, een belangrijke drijfkracht van het socialisme. Het nieuwe economische systeem van de planning en leiding van de volkseconomie in de Duitse Democratische Republiek heeft juist in de zin, deze belangrijke drijfkracht van het socialisme alzijdig vrij te zetten, haar effectivititeit te potentialiseren. Dit gebeurt daardoor, dat de overeenstemming van de materiële belangen van de leden, collectieven en groepen van de socialistische maatschappij met de maatschappelijke belangen op alle gebieden van de economische bazigheid bewust en planmatig opgebouwd word. Deze drijfkracht van het socialisme is, zoals al opgemerkt, daardoor gekenmerkt, dat zij als casuele determinant werkt; zij is een een hefboom van de economische en sociale ontwikkeling. Haar filosofische wezen bestaan in tegenstelling tot het conflict, tot niet-overeenstemming, in de overeenstemming van polarisch tegenovergestelde momenten. Deze overeenstemming geeft aan de socialistische maatschappij sterke impulsen. /

(18) Passim: In de laatste tijd is vaak de vraag onderzocht, hoe zich het werken van deze drijfkracht tot het inzicht van de materialistische dialectiek verhoud, dat de tegenstellingen de bron van de ontwikkeling zijn. Ik heb boven al uitgelegd, dat het fout zou zijn om aan te nemen, dat slechts tegenstellingen in bepaalde ‘zuivere’, ‘abstracte’ vorm drijfkracht van de ontwikkeling zin. Er zijn verschillende typen van drijfkrachten, en natuurlijk kan de eenheid, de overeenstemming, dus de ontwikkeling stimuleren net als de strijd om de opheffing van de tegenstellingen. De overeenstemming van de kapitalistische productiekrachten van het vorige kapitalisme werkten zonder twijfel mobiliserend op de kubistische maatschappij in; een geweldige stekel van de ontwikkeling stelt echter ook het conflict de reusachtig gegroeide productiekrachten van het heden en de kapitalistische productieverhoudingen voor. /

(19) Passim: De verschillende drijvende krachten realiseren in hen eenheid het systeem van een dialectisch mobilisatiemechanisme, zij drukken op de ene of ander wijze de duale, polaire, dialectische tegenstrijdige natuur van de werkelijkheid uit. Naar hen meest algemene filosofische uitdrukking laten zij zich op de causale- en op de tegenstrijdige verhouding terugvoeren, die elkaar eng doordringen en waarbij de tegenstelling de fundamentele verhouding voorstelt. De overeenstemming van de persoonlijke en maatschappelijke belangen is vooreerst eenheid van polaire tegenstellingen, zij treedt op de plaats van de non0-overeensteming, die haar relatie in het kapitalisme kenmerkt. Als drijvende kracht bevindt zij zich verder in een polariteitverhouding, en voert daarmee gelijktijd de reële mogelijke voorwaarde, om ontstane non-overeenstemmingen en conflicten snel op te heffen. Daarmee laat zich zien, dat ook deze drijfkracht op meervoudige wijze door de wet van de eenheid en de strijd van de klassentegenstellingen bepaald is; slechts is het wezenlijk de eenheid van de tegenstellingen en met het zich-uitsluiten, die als drijfkracht van de ontwikkeling werkt: er ligt een wederzijdse stimulering van tegenovergestelde factoren voorhanden, die zakelijk vergaan met elkaar overeenstemmen. /

(20) Passim: Juist hierom die transformatie van vorm tot uitdrukking, die, zoals al opgemerkt, de dialectische tegenstelling onder de voorwaarden van de socialistische maatschappij ervaart. ER moet benadrukt worden, dat er een abstract eenheid als drijfkracht helemaal niet bestaat. Noch sluit de moreelpolitieke eenheid van het volk de eenheid van persoonlijke maatschappelijke belangen zonder tegenstelling, zonder strijd, uit. De eenheid van de persoonlijke en maatschappelijke belangen is een door spanning beheerst, beweeglijk, levend iets, waarin materiële motieven en ideologische impulsen, zich wederzijds bepalend, binnengaan; zij is niet slechts eenheid, doch zij is de zich steeds nieuw verwekkende tegenstelling. Daarmee komt naar voren, dat ook een dergelijke drijfkracht van het socialisme als de eenheid, het samenvallen van het belang niet zonder innerlijke tegenstelling bestaat, dat ook in haar, natuurlijk op specifieke manier, de tegenstelling als mobilisatiefactor aan het werk is.

(21) Passim: Deze opmerkingen gelden opeenvolgend voor een hele reeks van drijfkrachten van de ontwikkeling van de socialistische maatschappij, als bv. de socialistische moraal, de marxistische wereldbeschouwing, hoge vakkennis enz. hierbij gaat het om verschijningen, die het doen van de het individu en, voor zover zij als massaverschijning optreden het heldendom van grote collectieven impulsen doorgeven, hen tot daden voor de maatschappelijke vooruitgang bevleugelen. Deze bewustzijnsfactoren zijn in de regel het resultaat van de uiteenzetting van de mensen met hen milieu, met de eisen, die dat aan hen stelt, en zij zijn reeds in zoverre in het wederzijdse weefsel van dialectische tegenstellingen ingebed. De zogenaamde drijfkrachten werken zowel causaal als finaal; zij stimuleren de mensen tot volledige inspanning van hen krachten, en wel in wezen daardoor, dat zij hen vandaag het beeld van morgen, in het huidige het toekomstige, in het bestaande, gegevene het beter voorstellen. Het socialistisch bewustzijn, het inzicht in de wetmatigheid van de maatschappelijke ontwikkeling en n de benodigdheden van het geheel, is een drijfkracht, wiens werkzaamheid de superioriteit van eht socialisme over het kapitalisme als basis heeft. /

(22) Passim: Het kapitalisme as de hoogste ontplooiing van de private eigendom maatschappij is naar zijn natuur daarop aangelegd, dat ieder afzonderlijk zijn persoonlijke, individuele belang nagaat, dat zich de maatschappelijke totaalsamenhang in het resultaat van dit individuele tegen elkaar spontaan doorzet, waarbij het geheel natuurlijk door een hoge instabiliteit gekenmerkt is. De strijd van tegenstrijdige belangen werkt onmiddellijk als drijfkracht van de technische, economische en sociale vooruitgang. /

(23) Passim: In het socialisme echter treed de het bewustzijn, en el het individuele als het maatschappelijk geheel, i.p.v. een blind werkend ‘vrij spel van de krachten’. Dit is een drijfkracht van geweldige historische betekenis; zij is gefundeerd op de principiële eenheid van de belangen en op de kennis van de wetten van de maatschappelijke ontwikkeling. Is n het kapitalisme het tegen elkaar van de individuen en sociale groepen drijfkracht van de maatschappelijke beweging, zo is in het socialisme haar met elkaar, haar eenheid. De tegenstelling als mobilisatiefactor treedt vooral op die manier in verschijning, dat de maatschappij in haar sociale eenheid haar collectieve doen daarop richt, de behoeften van de maatschappij evenals ieder afzonderlijk steeds beter te bevredigen. Tussen mogelijkheid en werkelijkheid, tussen behoeften en bevrediging treden op natuurlijke wijze altijd opnieuw tegenstellingen [verschillen] op, wiens planmatige oplossing hen nieuwe ontstaan op hogere basis niet uitsluit, doch veelmeer mogelijk maakt. Deze vorm van de tegenstelling speelt in het kapitalisme in feite geen rol, omdat het in deze maatschappij, als gevolg van het private eigendom, niet om de behoeftebevrediging van de maatschappij, doch om de verzekering van de winstbelangen van de kapitalisten gaat. |I.p.v. de positie van de vijandige tegenstelling [de individuen en collectieven] in het kapitalisme, treed dus in het socialisme de eenheid, en de tegenstelling als drijvende kracht van de ontwikkeling treed op nieuwe wijze, in nieuwe vorm op. /

(25) Passim: Ondertussen, materiële belangen worden ook in het socialisme tot een wezenlijke drijfkracht van de ontwikkeling. Zo is het steven naar behoeftebevrediging van de maatschappij een collectief materieel belang, en de materiële geïnteresseerdheid van de enkeling geeft evenzo aan de sociale ontwikkeling sterke impulsen. In de laatste tijd wordt door burgerlijke ideologen met bijzonder voorliefde de bewering geldend gemaakt, om het principe van de materiële geïnteresseerdheid in feite een burgerlijk principe zou zijn, het zou de socialistische polijsting van de burgerlijke levensstijl voorstellen. Bi deze beergin wordt over het hoofd gezien, dat het kapitalistische winststreven en het persoonlijk-materiele belang in het socialisme volledig verschillende zaken voorstellen, dat zij drijfkrachten van onderscheidene aard en effectiviteit zijn. Aan het kapitalistische winststreven ligt de vergoddelijking, de, de fetisjering van het geld, te gronde het gaat bij haar niet om de bevrediging van levensbehoeften, doch om het behalen van zo’n hoog mogelijke winst als middel, om in de concurrentiestrijd te blijven bestaan. Deze kapitalistische drang tot winst doordringt altijd meer de hele burgerlijke maatschappij en laat de jacht naar geld als zelfdoel to algemeen beheersend motief van het handelen worden. /

(26) Passim: Het principe van de materiële geïnteresseerdheid heeft met deze mobilisatiefactor in feite niets gemeen. Want het gaat bij deze niet om het verwerven van geld als winst, van geld omwille van zichzelf, doch daarom, de individuele levensbelangen steeds beter te bevredigen. Daar in het socialisme het geld nog de ruil bemiddeld, waarbij het echter zijn fetisjkarakter verloren heeft, drukt zich dit materieel belang o.a. uit in het streven nar hogere betaling op grond van hogere prestatie. Het individuele belang wordt door de maatschappij zo gereguleerd, dat het met het maatschappelijke belang aan de stijging van de productie samenvat; een hogere prestatie is tot voordeel voor zowel de enkeling als de gemeenschap. Ook hier laat zich weer zien, dat er niet een abstracte identiteit is, die als drijfveer van het socialisme werkt, doch een tegenstrijdige, concrete identiteit. Bij het principe van de materiële geïnteresseerdheid laat zich dit ook daarin zien, dat het materiële belang, juist gestuurd, het economisch denken versterkt en de overeenstemming tussen persoonlijke en maatschappelijke belang helpt bewust te maken. Het materiële belang van de individuen en collectieven verwerkelijkt zich in zekere mate op de weg van een zwenking tussen positief en negatief, tussen voordeel en nadeel; een nadeel van de prestatie maakt zich net zo merkbaar als een stijgen van de prestatie materieel bemerkbaar. De tegenstellingen als differentie, al zich reproducerend verschil, werkt regelend op de materiële resultaten van de arbeid in. /

(27) Passim: Een verdere uitdrukking van de dialectische natuur van de economische stimulering bestaat tenslotte daarin, dat de economische hefbomen als een systeem, een dialectisch gestructureerd geheel, werken, wiens afzonderlijke elementen met elkaar wisselwerkingverhoudingen aangaan, waarbij een één hefboom, de winst, als fundamenteel, als bepalend in beeld komt. Ook hier laat zich hiermee dat deel drijfkracht van het socialisme, dat vooreerst alleen maar het kenteken van oorspronkelijke determinant liet zien, in feite de tegenstelling als constituerend element onthouden. Nu werkt de tegenstelling meestal niet in de zin van de absolute tegenstelling, doch is ondergeordend aan een overkoepelende eenheid. / De hoofdzakelijke kracht ter oplossing van de tegenstellingen in het socialisme, ter opheffing van de disproporties, ter uit de weg ruiming van de misverhoudingen zijn de bewust handelende, door de partij geïnspireerde en geleide massa’s. De tegenstelling vervult slechts op die weg zijn functie als bron van de socialistische ontzieling, dat in het handelen van de massa’s de voorwaarden voor de oplossing van ontstane tegenstellingen geschapen worden. Causaliteit en dialectische tegenstellingen gaan een noodzakelijke verbinding aan; de tegenstellingen vermag helemaal niet ‘an sich’ , doch slechts als basis van een omvattend mobilisatiemechanisme te werken. /

(28) Passim: Het socialisme heeft door schepping van het gemeentelijk eigendom aan de productiemiddelen, door bevrijding van de mensen van de uitbuiting de voorwarden daarvoor geschapen, dat zich de vaardigheden en talenten van alle mensen vol kunnen ontplooien. Darmee werd de droom van de burgerlijke humanisten van het verleden verwerkelijkt, die, zoals Kant, Herder, Fichte e.a., als het kenteken van een vrije en rechtvaardige maatschappij omvattende ontwikkelingsmogelijkheden voor alle individuen aanzagen. Door het socialisme werden drijvende krachten vrijgesteld, die het kapitalisme meer of minder verkommerden: de initiatieven, de vaardigheden, de talenten van het vol. Hier ligt een onuitputtelijk reservoir van bewegings- en ontwikkelingsstimulantiën van de socialistische maatschappij, dat als kostbaarste goed van de staatkundige en politieke geledingen uiterst zorgvuldig gekoesterd en bevorderd moet worden.”

—————————

(29) Gottfried Stiehler, “Der Dialektische Widerspruch – Formen und Functionen”, Akademie Verlag 1967; “In het socialisme bestaat de oplossing van tegenstellingen meestal daarin, dat een verschieting, die overwegend door kentekens van het oude, overleefde gekenmerkt is, op de ontwikkelingshoogte van een andere, haar polair tegenoverstaande verschijningen geheven word, waarmee ontstane misverhoudingen overwonnen worden. Zo word in het proces van het praktische werk door leden van landbouwcommunes de tegenstellingen tussen het nieuwe socialistische zijn van de gemeenschapboeren en hen achtergebleven bewustzijn opgelost. De doorzetting van het socialistische bewustzijn stelt de ontwikkelingsmatige gelijkschakeling, aanpassing van beide zijden voor, en wel word het bewustzijn niet alleen mar kwantitatief ontwikkeld, doch het ervaart een fundamentele omvorming; I.p.v. een kleinburgerlijk, ik-betrokken geheel treedt socialistisch gemeenschapsbewustzijn. Het hierbij halen een ontwikkelingsjachtige synchroniciteit veronderstelt, zoals inzicht hier bevestig, een kwalitatieve omvorming van de achtergebleven zijde. Gelijktijdig worden strengen in wisseling van aflopen uit de weg geruimd; want natuurlijk kan zich een productieve wisselwerking tussen socialistisch zijn en burgerlijke bewustzijn niet voltrekken.

(30) Passim: Hiertoe is veelmeer een zakelijke overeenstemming nodig van dien aard, dat beide zijden de zelfde sociale kwaliteit laten zien. De kwalitatieve omvorming van de achtergebleven zijde met natuurlijk niet altijd het karkater van een fundamentele omwenteling, een volledige nieuwvorming heeft. Veelmeer zal het zich juist in het socialisme vaker daarom gaan om een gedeeltelijk achterblijven van één zijde van de dialectische wederzijdse relaties door geschikte maatregelen te verhinderen. Waarbij deze maatregelen het karaker van een optimalisering van de andere zijde, een overwinning van gebreken kunnen hebben. Zo komt het erop aan, dat de ontwikkeling van de prestatievaardigheid gelijke tred houdt met het initiatief van de meest progressieve werkenden. Daarbij worden begrensde, gedeeltelijke tegenstellingen voortdurend opgelost, een proces dat zich door een zekere geleidelijkheid, voortdurendheid presenteert dan duidelijk maakt, de tegenstellingen in het socialisme helemaal niet noodzakelijk een toepassing moeten ervaren, doch dat in het historische voortschrijden van de communistische ordening de niet-overeenstemmingen een meer begrensde omvang kunnen aannemen. [natuurlijk kunnen ook in dit proces sprongen, fundamentele, kwalitatieve omvormingen, voor.]”

——————

(31) Gottfried Stiehler, “Der Dialektische Widerspruch – Formen und Functionen”, Akademie Verlag 1967; “Een bijzonder vorm van de oplossing van tegenstellingen stelt het erbij halen van tijdelijke gelijkheden in werking in het kapitalisme voor. Voor de tegenstellingen in het kapitalisme geld, dat hen oplossing – bij het voorbestaan van de kapitalistische verhoudingen – slechts gedeeltelijk, relatief, voorbijgaand karakter heeft. K. Marx ontwikkelde reeds in ‘Elend der Philosophie’ en later in het ‘Kapital’ het inzicht van het relatieve karakter van de oplossing van de tegenstellingen tussen productie en noodzaak in het kapitalisme. Het liet zien, dat de concurrentie om de prijs van het weggooien van producten gewelddadig en convulsief de overeenstemmingen van beide zijden tijdelijk herstelt, waarbij deze overeenstemming voortdurend heen en weer gekwetst word. /

(32) Passim: Het zich bij de relatieve oplossing van tegenstellingen van het kapitalisme om een tijdelijke verzoening van de tegendelen binnen de oude vorm, onder de oude maatschappelijke voorwaarden. Daarom is dit geen werkelijke oplossing van de tegenstellingen, doch slechts het oplossing van de vorm, in welke zij zich bewegen en onthouden kunnen. Dergelijke tegenstellingen worden uiteindelijk slechts door hen volledige overwinning opgelost. Vaak bestaat de oplossing van tegenstellingen in het kapitalisme daarin, dat zij op een andere sfeer overgedragen worden, waar zij zich vrijelijk des te energieker ontwikkelen. Marx wees bv. Daarop, dat bij buitenlandse handel de tegenstellingen van de kapitalistische reproductie slechts op een meer uitgebreide sfeer verplaatst en hen daarmee tegelijkertijd een grotere werkingskring opent. Zo is de beweging van de tegenstellingen in het kapitalisme meestal daardoor gekentekend, dat zij voortdurend gedeeltelijk overwonnen worden, maar zich net zo voortdurend op bredere basis, in verscherpte vorm reproduceren. /

(33) Passim: Dat dit ook voor het kapitalistische heden geld, maakt de elegante opmerking van een burgerlijk ideoloog duidelijk, waarnaar in het moderne kapitalisme de afstand tussen dat wat bereikt werd, en dat wat eigenlijk mogelijk geweest zou zijn, altijd groter word. Moderne onderzoekingen van marxistische economisten laten zien, dat de uitweging van de tegenstellingen in de imperialistische landen zich door mechanismen voltrekt, die het gewelddadige, voorbijgaande karkater van deze afweging onmiddellijk nodig maken.”

——————-

(34)Miran Mtschedlow, “Sozialismus – ein neuer Zivilisationstyp”, Dietz 1983; “De mensheid in zijn geheel is in de eerste plaats daaraan geïnteresseerd, dat zich de wezenlijke krachten van ieder persoonlijkheid onder menswaardige sociale voorwaarden ontwikkelen. Deze wezenlijke krachten kunnen zich zoals bekend slechts onder de arbeidsbezigheid, de materiële productiebezigheid, slechts door de altijd omvattende en verstandig gecontroleerde gebruik van de ressourcen e mogelijkheden van de natuur realiseren en in verschijning treden. Daarom dat de marxistisch-leninistische wetenschap er van uit, dat slechts in het verloop van de sociaalhistorische praktijk onder uitsluiting van ieder vorm van uitbuiting en onderdrukking de beroeping, om bestemming van de mensen alomvattend gerealiseerd kan laten worden, om zich zijn vaardigheden breed te ontplooien, zijn behoeften zich vervolkomen en groeien, zijn belangen rijker worden en zich alle vormen van productieve en geestelijke activiteit ontwikkelen. De vooruitgang van de globale beschaving is van de vervolkoming van de creatieve talenten van de persoonlijkheid niet te scheiden of, om met Marx’ worden te praten, van ‘de ontwikkeling van alle menselijke krachten als zodanig, niet gemeten als een vooruit gegeven maatstaf.”

——————

(35) Div., “UnserWeltbild – Marxistisch-Lenistische Weltanschauung und sozialistische Gesellschaft”, Verlag der Wissenschaften 1970 – W. Eichhonr I, “Zurphilosophischen Analyse gesellschaftlicherSysteme”; “In de theorie van de materiële verhoudingen en de door de gedetermineerde overige maatschappelijke relatie moeten drie aspecten bijzonder naar voren gebracht worden, die voor de marxistisch-leninistische systeemopvatting van de maatschappij zeer belangrijk zijn, daar in hen de beslissende bijzonderheden van de systeemproblematiekin de maatschappij tot uitdrukking komen. // Ten eerste is vast te stellen, dat de maatschappelijke relatie geen van de praktische bazigheid van de mensen onafhankelijk zijn voorstellen Doordat zich de individuen naar gelang van hen belang – dus overeenkomend de voorwaarden en benodigdheden van hen praktische levensbezigheid – in oneindige veelvoud tot elkaar praktische verhoudingen, scheppen zij hen maatschappelijke relatie, een compleetheid, een system van dezelfde of zij zich daarvan bewust zijn of niet. Marx en Engels benadrukken: ‘… de verhoudingen van de individuen kunnen onder alle omstandigheden niets anders als hen wederzijde gedrag … zijn.’ Zijn benoemen daarom de maatschappelijke verhoudingen als ‘wijze van hen wederzijdse gedrag’. Dat betekent, dat de maatschappelijke verhoudingen niet uiterlijke vormen zijn, doch innerlijke bemiddelingen, innerlijke ‘vormbepaaldheid’ van het proces, structuren vande levende productieve relatie van de mens op denatuur [de doelmatige toe-eigening vande natuur door de mens] en dedaarbij zich realiserende verhoudingen vande individuele en collectieve bezigheid vande mensen onder elkaar. Het hier om steenstructuren, die zowel uit de praktische bezigheid van de mensen voortkomen als ook diens tegenwoordige historische voorwaarde vormen en zo een bepaalde maatschappelijke doelbepaling, een maatschappelijke doelgerichtheid determineren. /

(36) Passim: Ten tweede komt naar voren, dat maatschappelijke verhoudingen steeds historische verschijningen zijn en in de klassenmaatschappij klassenkarakter bezitten. In tegenstelling tot de burgerijker theoretici, welk de burgerlijke maatschappij voor eeuwig, onveranderlijk afgemaakt gegeven aanzagen verhief Marx de eis, om wetenschappelijk te verklaren ‘hoe de verhoudingen zelf geproduceerd werden, c.q. de historische beweging, die zij in het leven roept’. Een voorstelling van de materiële matschappelijke verhoudingen en de uit hen voortkomende ideologische verhoudingen moet daarom steeds verbonden zijn met de helderstellingen van hen historische inhoud, met het onderzoek van de historische subjecten, uit hen bezigheid van de gegeven of toekomstig ontstaande verhoudingen als resultaat en vormbepaaldheid van deze bezigheid voortkomen. Deze subjecten echter zijn sinds de oplossing van de oergemeenschap klassenkrachten. De fundamentele vraag van de systeemopvatting van de heersende maatschappelijke relaties bestaat daarom in de analyse van die klassenkrachten en klassencreaties, die de inhoud van een gegeven historische beweging zijn en daarom ook de inhoud van de maatschappelijke verhoudingen determineren. De maatschappelijke verhoudingen bestaan als tussenmenselijke ruimte, wiens karakter door bepaalde klassenkrachten gekenmerkt is. Op deze wijze vormen zij een historische totaliteit, die een ontwikkelingstrap vertegenwoordigd, een totaal van ontwikkelingsvormen van de mens, zijn productieve krachten, zijn maatschappelijke organisatie, zijn private maatschappelijke bezigheid. Hier komt naar voren, dat maatschappelijke verhoudingen en systemen in onze tijd slechts op de achterrond van de wereldwijde overgang kapitalisme naar socialisme en de klassenstrijd van deze beide systemen en de hen vertegenwoordigende klassenkrachten juist beoordeelt en geprognosticeerd kunnen worden. /

(37) Passim: Het historische materialisme verkrijgt zo dus de innerlijke verbinding van de systeemanalyse van de maatschappij met de analyse van de klassenkrachten, met het onderzoek van de historische inhoud en de historische perspectieven van de klassenstrijd. Het vermogen van de maatschappijtheorie vereenzelvigt zich uiteindelijk naar hen operatieve waarde in de zin van de bewuste vorming van de klassenstrijd van de arbeidersklasse, de strijd voor het socialisme. Daarom kan de systeemanalyse van de maatschappij slechts haar eigenlijke doel vervullen, wanneer zij zich als theoretisch instrument van de verklaring, prognose en de praktische verandering van de wereld in de handen van de arbeidersklasse en haar partij handhaft. Het historische materialisme is onverenigbaar met alle in de burgerlijke maatschappijtheorie en sociologie wijd verbreide pogingen, van de analyse van de concrete historische en klassenmatige bestaansvoorwaarden van de maatschappij in onze tijd af te leiden en op abstracte, onhistorische klassenmatig onverschillige mechanismen, gedragswijzen en structuren te oriënteren. //

(38) Passim: Het derde aspect van de maatschappelijke relaties, die voor de sociale systeemanalyse van betekenis is, betreft de relatie van de mensen tot hen maatschappelijke verhoudingen. Het voortkomen van de maatschappelijke relaties uit de praktische menselijke bezigheid, de vormbepalende inwerking van de eerste op de laatste en onze bepaalde historische voorwaarden onvermijdelijk het karakter van verzelfstandiging en vervreemding aan, die in het kapitalisme en imperialisme hen hoogste punt en hen toespitsing bereikt. Een fundamentele bedoeling van het socialisme, vooral van de vorming van het ontwikkelde maatschappelijke systeem van het socialisme, bestaat in het uit de weg ruimen van heel de vervreemding van de verhoudingen van deze producerende individuen, in de alzijdige toe-eigening van de maatschappelijke relaties door de individuen, in de bewuste opbouw van de maatschappelijke verhouding van de mensen overeenkomend de benodigdheden van hen voortschrijdende socialistische productie- en reproductieproces. Mars en Engels wezen erop, dat de kapitalistische ontwikkeling de mensen voor de noodzakelijkheid stelt, ‘aan de plaats van de heerschappij van de verhoudingen en de toevalligheid over individuen de heerschappij van de individuen over de toevalligheid en de verhoudingen te stellen … De door de tegenwoordige verhoudingen voorgeschreven taak valt samen met de taak, om de maatschappij communistisch te organiseren. De ontwikkeling van de socialistische landen laat zien, dat dergelijke veranderingen in de maatschappelijke verhoudingen en in hen systeemsamenhang doorgaans in de macht van de mensen staan, echter niet willekeurig vervolgen kunnen. Zij zijn in hen gelijkheid en noodzakelijkheid door de hele ontwikkeling van de productieve krachten en de maatschappelijke relaties zelf gedetermineerd. Vooral kunnen zij slechts dor klassenkrachten bewerkstelligd worden, die ten gevolge van hen objectieve positie in de maatschappelijke creaties als drager van deze verandering effectief worden en de vereiste georganiseerdheid en bewustheid opbrengen./

(39) Passim: Hieruit komt naar voren, dat het volledig fout is, door abstracte, voorgestelde, levensvreemde idealen uit te gaan en de maatschappelijke verhoudingen aan hen aan te passen te willen. Een dergelijk gebeuren is idealistisch en utopistisch. Het is bovendien karakteristiek voor het tegenwoordige revisionisme dat van dergelijke levensvreemde ‘onrealistische idealen’ uitgaat, deze als ‘kritische’ maatstaven aan de verwerkelijking van het socialisme aanlegt en op e manier zijn conservatieve en restauratieve aanvallen op de staats- en maatschappijverordening van de socialistische landen naar voren brengt. De werkelijke, positieve, wetenschappelijk gestelde humanistische taak en de kunst van de leiding van het volk door de marxistisch-leninistische patij bij de opbouw van het socialisme kunnen zo bepaald worden: Het is nodig, om die maatschappelijke verhoudingen [c.q. die van de zich ontwikkelende socialistische levenspraktijk de door de arbeidersklasse gevoerde werkende massa’s het beste overeenkomen en dienen, vooruit kijkende bemiddelen en de massa’s tot bewuste en planmatige realisatie van de relaties te mobiliseren. Het komt er dus op aan, die productieverhoudingen, de vorm van de planning en leiding en de democratische deelname van massa’s, hun staatskundige en politieke organisatievormen te vinden en prognostische te concipiëren, die onder de tegenwoordige voorwaarden van de verbitterde strijd tussen het socialistische en het kapitalistische system en de wetenschappelijk-technische revolutie een optimale ontwikkeling van de productieve krachten van de socialistische mensen en de socialistische gemeenschap te waarborgen. Deze taak kan slechts opgelost worden door rekening te houden met de systeemkarakters van de socialistische maatschappij, c.q. op de basis van de verdere vorming van de socialistische productieverhoudingen moeten de maatschappelijke verhoudingen op alle gebieden van het maatschappelijke leven in de genoemde zin planmatig en doelmatig ontwikkelde worden. /

(40) Passim: Dat is een echt werk van het reële, socialistische humanisme. De prediking van een abstract, van de voorwarden van de klassenstrijd in onze strijd afziend ‘humanistisch socialisme’ en de illusies van krachten, die tussen de fronten van de klassenstrijd dwalen. Deze conceptie heeft geen enkele vraag van de socialistische opbouw van een dergelijke oplossing nader gebracht; zij heeft slechts alle problemen verwaterd en de ideologische diversie in de socialistische landen van de kant van de imperialistische machten voedsel gegeven. De kleinburgerlijke fractie van ‘humanistisch’ socialisme is – zoals de ervaringen van de klassenstrijd meervoudig bewezen hebben – een gevaarlijke variant van het werkelijke strijdvaardige socialistische humanisme. De revisionistische woordvoerder van een dergelijk illusionair schijnhumanisme beroepen zich ten onrechte op de eis van Marx’ ‘Alle verhoudingenonver te werpen, in welke de mens een verlaagd, een geknecht, een verlaten, een verachtelijk wezen is’. Op deze regel kan zich slechts degene beroepen, die door de klassenposities van de arbeidersklasse en het socialistische wereldsysteem uit de strijd tegen het imperialisme en de imperialistische ideologie voert en wie een positieve, wetenschappelijk gefundeerde conceptie ontwikkelt, hoe de socialistische verhoudingen te vormen zijn, zodat de mens onder de voorwaarden van de strijd tussen de tegenstrijdige maatschappijsystemen en onder de voorwaarden van de wetenschappelijk-technische revolutie een verantwoordelijke schakel vande socialistische gemeenschap, een veelzijdig gevormd en vaardig, zijn productieve maatschappelijke krachten panmatig ontwikkelend, gebruikend en beheersend wezen zou worden. /

(41) Passim: Deze positief humanistische taak van de vorming van universeel ontwikkelde individuen, wiens maatschappelijke relaties als hen eigen, gemeenschappelijke verhoudingen ook hen gemeenschappelijke controle onderworpen zijn’, loopt onder onze voorwaarden erop uit, om de socialistische maatschappijrelaties in hen innerlijke systeemsamenhang, overeenkomendmet de door het VIIe congres van de SED gewezen lijn, omvattend te ontwikkelen. Het humanisme van deze marxistisch-leninistische conceptie van de vorming van de socialistische maatschappelijke verhoudingen is niet in een mystieke sfeer buiten de geschiedenis en de klassenstrijd, te zoeken, hij ligt ’in de zaak zelf’, in de oplossing van de genoemde taken door de werkenden en in hen belang. Ook hier is daaraan te herinneren, dat de maatschappelijke relaties uit de praktische bezigheid van de mens, uit het werken van klassenkrachten naar voren komen. Hiervoor is ten eerste een zich voortdurend vestigend bondgenootschappen een zich voortdurend verdiepende vriendschappelijkesamenwerking van alle klassen en lagenonderdoelbewuste leiding van de arbeidersklasse nodig. Ten tweede is der de bewuste bezigheid nodig van de werkenden onder leiding van de marxistisch-leninistische partij en de socialistische staat, om het ontwikkelde systeem van de socialistische maatschappelijke verhoudingen voort te brengen. Ten derde is het nodig, om het niveau van de socialistische prestatievaardigheid voortdurend te verhogen, waarbij er rekening met te houden is dat deze bezigheid het steeds met de planning, vastlegging en realisatie van maatschappelijke verhoudingen dus met bezigheidsvormen en – richtingen van grote klassenkrachten, te doen heeft, daarom geenszins een ideologievrije, doch een primair politiek-economische en politiek-ideologische bezigheid in de zin van de arbeidersklasse en haar partij is. /

(42) Passim: wanneer de materiële maatschappelijke verhoudingen de fundamentele legenden, primaire, oorspronkelijke verhoudingen voorstelen, die de hele momentane system samenhang, de totaliteit van de maatschappelijke verhoudingen determineren, zo wel de grote betekenis begrijpelijk, welke het marxisme-leninisme de economische klassenmatige structuur van de aan de orde zijnde maatschappij als de reële maatschappelijke basis erbij neemt. Echter is de onderzoeking van deze structuur in het marxisme-leninisme nooit doel op zichzelf. Haar doel bestaat veelmeer daarin, om de op op dat moment heersende maatschappelijke systemen op het spoor te komen en hen wetmatigheden en gedragswijzen te onthullen [of te voorspellen].Zij moet uitsluiting geven over de mogelijke gedragswijzen van het maatschappelijke totaalsysteem over zijn historische functies bij de ontwikkeling van productieve krachten, de arbeidsproductiviteit, de cultuur, in het kort: de productieve krachten van de mensen en de menselijke maatschappij, over zijn gedrag tegenover andere maatschappelijke systemen. De structuuranalyse moet er toe dienen, om die klassenkrachten vast te stellen, die het heersende maatschappelijke totaalsysteem, zijn functies en de gedragswijzen op grond van hen objectieve positie in de productieverhoudingen en op grond van de daardoor veroorzaakte belangen de structuur geven, c.q. die klassenkrachten te bepalen, die objectief als bewegende krachten van een omvorming of verdere ontwikkeling van het systeem optreden.

(43) Passim: Vooral bestaat het doel van de marxistisch-leninistische systeemanalyse van het maatschappelijke leven uiteindelijk daarin, de wetmatigheden en gedragswijzen van maatschappelijke systemen in de praktische klassenstrijd, in de leidende bezigheid van de partij van de arbeidersklasse, bij de schepping van de ontwikkelde socialistische maatschappij te gebruiken. In het begrip van de economische maatschappijformatie laten zich de beslissende theoretische en methodologische gezichtspunten van een marxistisch-leninistische systeemanalyse van het maatschappelijke leven samenvatten. Dat betekent tegelijkertijd, dat het begrip van de economische maatschappelijke formatie het fundamentele begrip van het is van het historisch materialisme is. De hoofdinhoud van dit begrip bestaat in de dialectische wisselrelaties tussen productiekrachten, productieverhoudingen en bovenbouw.”

———————

(44) Div. “Grundlagen des Marxismus-Leninismus – Lehrbuch“, Dietz 1963; “The bourgeois critics of the social order try to prove that it is incompatible with the freedom of personality. Revolutionary Marxism, they mean, ascribes no value to human personality. Hundreds of books, thousands of articles have been written about the totalitarianism of the socialist order, about the ‘absorption of personality by the collective, about the’ levelling of man ‘in socialism. But nothing is more false than these claims. // The liberation of the personalities through the liberation of the working masses – the spiritual aspect of a person, his relationship to the other people and his individual consciousness depend on the character of the society in which he lives. / The bourgeois propaganda glorifies the capitalist order as the realm of freedom of personality and presents the formal-legal equality of people as the only possible form of equality. But in terms of craftsmanship, the acquisition of capital means the greatest desecration of human personality. / Capital builds all relationships between people only on narrow-minded entitlement to profit. Money replaces all personal qualities of a person. Marx wrote about it: ‘What I am and what I can do is therefore by no means determined by my individuality. I’m ugly, but I can buy the most beautiful woman. so I am not ugly, for the value of ugliness its restrictive power is destroyed by money. I – according to my individuality – am lame, but money gives me 24 feet; so I am not lame; I am a bad, unreasonable, unscrupulous, mindless man, but the money is deserved, so are its owners The money is very good, so its owner is good … ‘/

(45) Passim: On the one hand, or society, exhausting work and constant concern about daily bread wear down and numb people. On the other pole, the over-saturation with the goods of life and the lack of fruitful social activity create the desire to withdraw into the intimate experiences of one’s own “I”. Such individualism evokes feelings of boredom and disunity. With the decay of bourgeois society, this individualism easily transforms itself into animal wolf egoism, into that ideology of the superman, which Nietzsche so blatantly expressed in his philosophy and which then became a cornerstone of the fascist worldview. All of this is real ‘destruction of personality’. / The socialist revolution alone shows the way out of this situation. ‘If man is formed by circumstances, then circumstances must be formed human.’ There can be no freedom of man from society; freedom is only possible within society. In order to liberate personality, all human beings must be recognized and the social relations which they concave changes the masses – these ideas are represented by the communists, and on these their ideology of collectivism is based. / When bourgeois propaganda accuses the Marxists of ‘the destruction of personality, it tacitly assumes that the basis of personality is private property. But the abolition of private property is only dreadful for those whose whole social situation, from the comfort of everyday life to their authority over others, is not based on their individual abilities and personal merits, but on the privileges of wealth. To such people, the abolition of private property and the means of production that they have used to exploit and humiliate other personalities appear to have really been used as the abolition of their own personality, really as the abolition of their own personality, above all because it makes them lose the possibility of an inactive life to defend, for work is the most terrible misfortune for the parasitic bourgeoisie.

(46) Passim: Socialism, on the other hand, offers working and talented people every opportunity to develop and use their individual talents. Only the socialist order allows’ the majority of the working people to work in a field of activity in which they can excel, develop their abilities, reveal those talents that the people, an inexhaustible source, brings forth, and capitalism by the thousands and crushed, held down and crushed millions’. / For the first time in history, socialism recognizes the rights of ordinary people, who always disregard bourgeois ideology as a ‘gray mass’, including development and creative activity. At the same time he guarantees this right by leaving into the hands of society all material means that enable people to develop their talents and abilities. The more the socialist order is consolidated and an abundance of material and spiritual goods The more perfect the social relations are, the more favourable are the conditions for the comprehensive development of the personalities of all members of society. “

Plaats een reactie