Bevrijdingstheologie, In het socialisme

(1) Div., “Das Problem der Feiheit im licht des wissenschaftlichen Sozialismus – Konferenz der sektion Philosophie der Deutschen Akademie der Wissenschaften zu Berlin vom 8.10. Marx 1956 / Protokoll, Akademie-Verlag 1956 – Heinz-Wolfram Mascher, “[Zur Diskussion]”; “In socialistische staten hebben alle mensen een groot belang aan de vrijheid, en ook in onze staat, in de Duitse Democratische Republiek, zijn er natuurlijk marxisten en christenen, mensen, die een verschillende ideologische basis, maar een gemeenschappelijk belang aan de verdere ontwikkeling en de uitbreiding van het geheel van onze gemeenschappelijke vrijheid hebben. Daar wij mensen van het Duitse volk zijn en in deze eeuwe leven, daar ons land ons gemeenschappelijk is, hebben wij – zoals gezegd – een gemeenschappelijk groot belang aan de uitbreiding van onze vrijheid. / In socialistische staten staat allen, niet slechts enkele weinigen – door bezit, door geboorte of door toebehorendheid tot een bijzondere kaste – de weg tot het weten open, c.q. alle mensen, gelijk tot welke wereldbeschouwing zij zich bekennen, in in wezenlijk grotere mate de mogelijkheid gegeven om echt vrij te worden, c.q. zich de vaardigheid toe te eigenen met kennis van zaken te beslissen. / Ik sprak enige tijd gelden met de president van de Bundestag – Gerstenmeirer – een vertegenwoordiger van de West-Duitse staat, over dit vraagstuk en hij vroeg me op beschuldigende wijze: ‘Hoe komen jullie ertoe in de Duitse Democratische Republiek bepaalde literatuur [schimp- en vuil-literatuur] te verbieden: dat is een ingrijpen in de rechten van de persoonlijke vrijheid! Ieder mens moet kunnen lezen wat hem bevalt. Hoe komen jullie erbij zich er mee te bemoeien dat arbeiders- en boeren-kinderen met voorrang behandeld worden; dat is een ontoelaatbare inmenging in de persoonlijke rechten van de individuele persoon!’ / Dat dus is een duidelijke uitdrukking ervan wat hij van de vrijheid voor zich en de leden van zijn kaste begrijpt. / De altijd verder grijpende bedreiging van de christenen van economische dwang, van hun binding aan privaat-kapitalistisch eigendom ook in onze staat, heeft ertoe gevoerd dat ook onder de christelijke bevolkingslagen grote krachten vrij gezet zijn worden, om werkelijk dat wat de christen in zijn geloof als opdracht gegeven is – samen met de marxisten – te vervullen. /\

(2) Passim: Ik zou vier van deze principies van gemeenschappelijke arbeid willen noemen. Dat is ten eerste de strijd om de vrede. Pas in het socialisme heeft ook de christen de volledige mogelijkheid ook vanuit zijn geloof zich volledig voor de vrede en voor het gebod in te zetten, dat het de christen gegeven is ‘vrede op aarde aan alle mensen van goede wil’. / Ten tweede: de christen is vrij geworden voor de strijd om de erkenning van het ethos van de arbeid: want zowel in de bijbel als ook in de Sovject-grondwet heeft het met name: ‘Wie niet werkt zal ook niet eten.’ Dit principe werd pas in het socialisme verwerkelijkt. / Ten derde word de christen door de samenwerking met de marxistische vrienden vrije om ervoor te strijden dat de gelijkheid en gelijke berechtiging van al diegenen die een menselijk gelaat dragen – niet pas voor god, doch ook op aarde gevormd word, c.q. dat de ongelijkheid, die ook door het gebruik van geëmancipeerde ellebogen ontstaat – van wie wij gisteren gehoord hebben dat de rijken altijd rijker en de armen altijd armer gemaakt worden – dat dit word beëindigd. Verhoudingen ontstaan in welke de christen volgens zijn visie in iedere mens de broeder ziet en in welke het hem mogelijk is, in iedere mens het gelaat van god te zien, wat in de verhoudingen in welke de ene had de andere wast, natuurlijk niet het geval kan zijn. /

(3) Passim: Een vierde principe: de christen is beroepen: maak de aarde aan jullie onderdanig! Pas in het socialisme, bevrijd van de dwang van welke ik zojuist gesproken heb, word de christen met zijn scheppende vaardigheden eindelijk in de toestand verzet om de natuurwetenschappen voor het welzijn van de hele mensheid te gebruiken – niet slechts voor het welzijn van enkele honderden, doch tot het welzijn van allen, de mensen zonder meer, samen met alle andere mensen, die met hem aan deze opdracht werken. / Daarbij heeft de christen, ook als zodanig, de natuurlijke vrijheid, van welke ik reds gesproken heb, christen te blijven. Daarvoor kunnen de vrienden uit de volksrepublieken ons voldoende voorbeelden geven. / Wat de christelijke citoyen – ik zou daarbij een woord van Pof. Bloch variëren willen – destijds zijn christelijke broeders in het proletariaat beloofde, maar niet deed, dat geeft vandaag de marxistische kameraad, de atheïst, alle mensen, ook de christelijke broeders, in de staten van het socialisme.”

—————-

Plaats een reactie